Het weigeren van bloedtransfusies door Jehovah’s Getuigen is een omstreden kwestie. We leven echter in een land waar vrijheid van meningsuiting voorop staat en men respect moet hebben voor elkaars wensen en grenzen. Het verzoek van Jehovah’s Getuigen staat echter recht tegenover hetgeen waar iedere dokter ’s ochtends het bed voor uitkomt: er alles aan doen om iemand gezond te krijgen.
"Want het heeft de heilige geest en ons goedgedacht U geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: U te blijven onthouden ... van bloed." Handelingen 15:28,29 uit de Bijbel omvatten slechts een enkele van vele verwijzingen naar het weigeren van een ander zijn bloed. Jehovah’s Getuigen vormen een groep van streng gelovige christenen die zich aan Gods geboden houden en de Bijbel beschouwen als de absolute waarheid. Dat betekent niet dat Jehovah’s Getuigen geen medische zorg aanvaarden; enkel het ontvangen van donorbloed gaat tegen de overtuigingen van Jehovah’s Getuigen in.
Arjen Helweg, woordvoerder van het Wachttoren-, Bijbel- en Tractaatgenootschap ( vanaf nu: Wachttorengenootschap) in Nederland, legt uit dat het weigeren van bloedtransfusies niet gevaarlijk is. Volgens hem zijn er genoeg alternatieven die inzetbaar zijn mits er sprake is van een goede voorbereiding. Het is belangrijk dat een Jehovah’s Getuige direct na opname kenbaar maakt dat hij of zij in geen enkel scenario donorbloed wil ontvangen. Dan wordt er direct gezocht naar een alternatieve behandeling, zoals Cell Saving, waarbij eventueel verloren bloed wordt opgevangen, door een machine wordt gefilterd en vervolgens weer het lichaam in wordt gepompt. Bloedverliesremmende medicijnen helpen enkel bij licht bloedverlies. Zolang deze alternatieve behandelingen meteen inzetbaar zijn, is een bloedtransfusie volgens Helweg onnodig.
Alternatieve behandelingen zorgen echter ook voor andere risico’s. De kans dat tijdens een operatie een bloeding ontstaat, is altijd aanwezig. Zonder de mogelijkheid voor een bloedtransfusie is de kans groter dat het bloedverlies tot ernstige problemen lijdt. Doktoren hebben daarom altijd het recht om van een behandeling zonder de mogelijkheid tot bloedtransfusies af te zien. Wel is het de plicht van een dokter om een patiënt te helpen een andere dokter te vinden die de behandeling wel aandurft. Daarvoor heeft het Wachttorengenootschap overal in Nederland zogenaamde ziekenhuiscontactcomités opgericht, waar Jehovah’s Getuigen in contact kunnen komen met verschillende doktoren die het risico van een eventuele alternatieve behandeling wel willen nemen.
De meeste ziekenhuizen in Nederland kennen een protocol voor als een Jehovah’s Getuige moet worden behandeld. In het protocol staat beschreven hoe een dokter om moet gaan met de wensen van een Jehovah’s Getuige en hoe de aansprakelijkheid van een dokter buiten schot blijft indien er iets mis gaat. Professor gynaecoloog Weijmar Schultz van het Universitair Medisch Centrum Groningen ( UMCG) benadrukt het belang van dit protocol. Volgens de gynaecoloog zorgt het protocol ervoor dat de behandeling van een Jehovah’s Getuige dermate goed wordt voorbereid dat de gevaren van een bloeding alleen maar kunnen meevallen.
Binnen de afdeling gynaecologie wordt veel gebruik gemaakt van bloedtransfusies. De kans dat een vrouw na een bevalling nabloedingen krijgt, is zo’n vijf procent, vertelt Weijmar Schultz. Overkomt dit een net bevallen Jehovah’s Getuige, dan heeft het protocol er wederom al voor gezorgd dat de juiste alternatieve behandeling paraat staat om de bloeding tegen te gaan. Zolang ziekenhuizen gebruik maken van een speciaal protocol, kan een bloedtransfusie volgens Weijmar Schultz vrijwel zonder levensgevaarlijke gevolgen geweigerd worden. Het gaat volgens hem om transparantie, goede communicatie en voorzorgsmaatregelen. De mogelijkheden zijn er.
In de toekomst zullen er alleen maar meer alternatieve behandelingen komen, voorziet Arjen Helweg. Volgens hem heeft het weigeren van bloedtransfusies door Jehovah’s Getuigen zelfs gezorgd voor een actievere zoektocht naar alternatieven op bloedtransfusies binnen de medische wereld. Het weigeren van bloedtransfusies hoeft dus helemaal geen dodelijk besluit te zijn. Een hechte samenwerking tussen het Wachttorengenootschap en andere instanties, zoals ziekenhuizen, waarin informatievoorziening, transparantie en communicatie de sleutelwoorden zijn, vormt de zekerheid dat het weigeren van een bloedtransfusies anno 2010, vanwege vele alternatieve behandelingen, geen aanzienlijk gevaar voor de gezondheid meer is.
donderdag 14 januari 2010
Minderjarigen en bloedtransfusies
Behalve dat Jehovah’s Getuigen zichzelf onthouden van bloed, willen ze ook niet dat hun kinderen een bloedtransfusie krijgen, mocht dit nodig zijn. Daarnaast is het voor artsen ook alles behalve makkelijk om kinderen van Jehovah’s Getuigen te behandelen als zij een bloedtransfusie nodig hebben, maar hiervoor geen toestemming krijgen van de ouders. Daarom is er een protocol opgesteld over bloedtransfusies met betrekking tot Jehovah’s Getuigen en hun minderjarige kinderen.
Artsen krijgen regelmatig te maken met patiënten die Jehovah’s Getuigen zijn en die een bloedtransfusie weigeren. Zij vragen dan aan artsen of zij op zoek willen gaan naar een alternatief.
Het betreft dan volwassen personen die eigen keuzes kunnen maken. Maar minstens zo vaak zijn het kinderen die ziek worden en door middel van een bloedtransfusie het beste geholpen kunnen worden. Theologisch gezien lijkt het eenvoudig en logisch dat deze kinderen gewoon een bloedtransfusie mogen hebben. Je kunt namelijk pas Jehovah’s Getuigen worden als je meerderjarig bent, door middel van de volwassenendoop. Kinderen zijn officieel dus nog geen Jehovah’s Getuigen. Toch gaat het niet zo gemakkelijk. Ouders vinden namelijk dat hun kinderen al op jonge leeftijd de geboden van het geloof mee moeten krijgen. Zij zullen dus, net als hun ouders, te allen tijde geen bloed tot zich mogen nemen. Zelfs als zij in levensbedreigende situaties verkeren blijven de ouders van deze kinderen halsstarrig weigeren.
Maar er zijn grenzen, die worden aangegeven in een protocol (Advies inzage getuigen van Jehova en bloedtransfusie, 1994, herwerkt 2009) over ethisch advies bij ingrepen bij minderjarigen. De arts dient aan de verantwoordelijken van de minderjarige alle inlichtingen te verstrekken over de uit te voeren behandeling en de gevolgen van het niet toedienen van bloed. Hij probeert de ouders te overtuigen om in geval van nood een bloedtransfusie te aanvaarden. In spoedeisende gevallen moet de arts, zelfs als de vertegenwoordigers van het kind zich blijven verzetten, toch overgaan op de behandeling of ingreep. Maar dit geldt alleen voor gevallen met spoed. Bij een gewone, wel noodzakelijke ingreep is het nog altijd aan de ouders om te bepalen of zij hun kinderen van ander bloed laten voorzien of kiezen voor een alternatieve optie.
Artsen krijgen regelmatig te maken met patiënten die Jehovah’s Getuigen zijn en die een bloedtransfusie weigeren. Zij vragen dan aan artsen of zij op zoek willen gaan naar een alternatief.
Het betreft dan volwassen personen die eigen keuzes kunnen maken. Maar minstens zo vaak zijn het kinderen die ziek worden en door middel van een bloedtransfusie het beste geholpen kunnen worden. Theologisch gezien lijkt het eenvoudig en logisch dat deze kinderen gewoon een bloedtransfusie mogen hebben. Je kunt namelijk pas Jehovah’s Getuigen worden als je meerderjarig bent, door middel van de volwassenendoop. Kinderen zijn officieel dus nog geen Jehovah’s Getuigen. Toch gaat het niet zo gemakkelijk. Ouders vinden namelijk dat hun kinderen al op jonge leeftijd de geboden van het geloof mee moeten krijgen. Zij zullen dus, net als hun ouders, te allen tijde geen bloed tot zich mogen nemen. Zelfs als zij in levensbedreigende situaties verkeren blijven de ouders van deze kinderen halsstarrig weigeren.
Maar er zijn grenzen, die worden aangegeven in een protocol (Advies inzage getuigen van Jehova en bloedtransfusie, 1994, herwerkt 2009) over ethisch advies bij ingrepen bij minderjarigen. De arts dient aan de verantwoordelijken van de minderjarige alle inlichtingen te verstrekken over de uit te voeren behandeling en de gevolgen van het niet toedienen van bloed. Hij probeert de ouders te overtuigen om in geval van nood een bloedtransfusie te aanvaarden. In spoedeisende gevallen moet de arts, zelfs als de vertegenwoordigers van het kind zich blijven verzetten, toch overgaan op de behandeling of ingreep. Maar dit geldt alleen voor gevallen met spoed. Bij een gewone, wel noodzakelijke ingreep is het nog altijd aan de ouders om te bepalen of zij hun kinderen van ander bloed laten voorzien of kiezen voor een alternatieve optie.
Gods kijk op bloed
In de Bijbel bestaat een hecht verband tussen leven en bloed. God brengt het leven en het bloed van een schepsel heel nauw met elkaar in verband. Jehovah’s Getuigen nemen Gods woord, vooral met betrekking tot bloed, erg serieus. Hieronder staan verschillende bijbelteksten die duidelijk maken waarom Jehovah’s Getuigen weigeren om bloed, in welke vorm dan ook, tot zich te nemen.
Nadat Kaïn zijn broer Abel gedood had, zei God tegen Kaïn: “Het bloed van uw broer roept luid tot mij van de aardbodem” (Genesis 4:10)
Toen god het over Abels bloed had, sprak hij over Abels leven. Kaïn had Abel van het leven beroofd en daar moest hij voor gestraft worden. Het was alsof Abels bloed tot God om recht riep.
Voor de zonvloed aten de mensen alleen vruchten, noten, granen en groenten. Na de vloed zei God tegen Noach en zijn zonen: “Al het zich bewegende gedierte dat leeft, mag u tot voedsel dienen. Zoals in geval van de groene plantengroei, geef ik dit alles werkelijk aan u” Alleen vlees met zijn ziel en zijn bloed moogt gij niet eten”. (Genesis 1:29; 9:3, 4)
“Gij moogt volstrekt geen vet en geen bloed eten” (Leviticus 3:17)
Jehova’s Getuigen laten zien dat ze respect hebben voor bloed door het niet te eten.
“Gij moogt het bloed van geen enkele soort van vlees eten” (Leviticus 17:13, 14)
God bedoelde met dit gebod dat zijn aanbidders wel het vlees van dieren mochten eten, maar niet het bloed. Ze moesten het bloed op de grond uitgieten, als teken dat ze het leven van het dier aan God teruggaven.
De apostelen en andere christenen die onder Jezus’ volgelingen in de eerste eeuw de leiding namen, kwamen bijeen om te bepalen welke geboden door iedereen in de christelijke gemeente gehoorzaamd moesten worden. Zij kwamen tot de volgende conclusie: “Het heeft de heilige geest en ons goedgedacht u geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: u te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij” (Handeling 15:28, 29; 21:25) Zij bedoelen hier dus mee dat christenen zich moeten blijven onthouden van bloed. Volgens hen is dat voor God net zo belangrijk als het vermijden van afgoderij en seksuele immoraliteit.
“Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel en gij moogt niet de ziel met het vlees eten” (Deuteronomium 12:23)
Jehovah’s Getuigen zullen God altijd trouw blijven dienen. Zij zijn vastbesloten om zijn voorschriften in verband met bloed op te volgen. In de Bijbel staat niets over bloedtransfusies, simpelweg omdat bloedtransfusies pas sinds de negentiende eeuw worden uitgevoerd. Maar christenen geloven dat God een vooruitziende blik heeft en dat het verbod op het eten van bloed ook geldt voor het injecteren van bloed in de aderen. Bang om te overlijden zijn Jehovah’s Getuigen niet, want zij vertrouwen erop dat Gods wet juist is. Ze zijn in de volle overtuiging dat God hen in de opstanding zal herdenken en opnieuw de kostbare gave van het leven zal schenken.
“Verwonderd u daarover niet, want er komt een uur, dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan: zij die het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, en zij die het kwade bedreven hebben tot de opstanding ten oordeel." (Johannes 5:28, 29)
Nadat Kaïn zijn broer Abel gedood had, zei God tegen Kaïn: “Het bloed van uw broer roept luid tot mij van de aardbodem” (Genesis 4:10)
Toen god het over Abels bloed had, sprak hij over Abels leven. Kaïn had Abel van het leven beroofd en daar moest hij voor gestraft worden. Het was alsof Abels bloed tot God om recht riep.
Voor de zonvloed aten de mensen alleen vruchten, noten, granen en groenten. Na de vloed zei God tegen Noach en zijn zonen: “Al het zich bewegende gedierte dat leeft, mag u tot voedsel dienen. Zoals in geval van de groene plantengroei, geef ik dit alles werkelijk aan u” Alleen vlees met zijn ziel en zijn bloed moogt gij niet eten”. (Genesis 1:29; 9:3, 4)
“Gij moogt volstrekt geen vet en geen bloed eten” (Leviticus 3:17)
Jehova’s Getuigen laten zien dat ze respect hebben voor bloed door het niet te eten.
“Gij moogt het bloed van geen enkele soort van vlees eten” (Leviticus 17:13, 14)
God bedoelde met dit gebod dat zijn aanbidders wel het vlees van dieren mochten eten, maar niet het bloed. Ze moesten het bloed op de grond uitgieten, als teken dat ze het leven van het dier aan God teruggaven.
De apostelen en andere christenen die onder Jezus’ volgelingen in de eerste eeuw de leiding namen, kwamen bijeen om te bepalen welke geboden door iedereen in de christelijke gemeente gehoorzaamd moesten worden. Zij kwamen tot de volgende conclusie: “Het heeft de heilige geest en ons goedgedacht u geen verdere last toe te voegen dan deze noodzakelijke dingen: u te blijven onthouden van dingen die aan afgoden ten slachtoffer zijn gebracht en van bloed en van al wat verstikt is en van hoererij” (Handeling 15:28, 29; 21:25) Zij bedoelen hier dus mee dat christenen zich moeten blijven onthouden van bloed. Volgens hen is dat voor God net zo belangrijk als het vermijden van afgoderij en seksuele immoraliteit.
“Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel en gij moogt niet de ziel met het vlees eten” (Deuteronomium 12:23)
Jehovah’s Getuigen zullen God altijd trouw blijven dienen. Zij zijn vastbesloten om zijn voorschriften in verband met bloed op te volgen. In de Bijbel staat niets over bloedtransfusies, simpelweg omdat bloedtransfusies pas sinds de negentiende eeuw worden uitgevoerd. Maar christenen geloven dat God een vooruitziende blik heeft en dat het verbod op het eten van bloed ook geldt voor het injecteren van bloed in de aderen. Bang om te overlijden zijn Jehovah’s Getuigen niet, want zij vertrouwen erop dat Gods wet juist is. Ze zijn in de volle overtuiging dat God hen in de opstanding zal herdenken en opnieuw de kostbare gave van het leven zal schenken.
“Verwonderd u daarover niet, want er komt een uur, dat allen die in de graven zijn, Zijn stem zullen horen, en zullen uitgaan: zij die het goede gedaan hebben tot de opstanding ten leven, en zij die het kwade bedreven hebben tot de opstanding ten oordeel." (Johannes 5:28, 29)
Jehovah’s Getuigen en het Wachttorengenootschap in Nederland
In Nederland zijn er zo’n 30.000 actieve Jehovah’s Getuigen. Zij gaan langs de deur om het geloof bij de mensen te brengen. Jehovah’s roken niet en vieren geen Kerstmis, Pasen, Pinksteren, Sinterklaas en verjaardagen. Ook onthouden zij zich van politieke activiteiten: ze maken geen gebruik van hun stemrecht. Door middel van bijbelstudie zijn ze in staat rechtstreeks van Gods woord kennis te nemen. Het Wachttorengenootschap voorziet in de leer van Jehovah’s Getuigen.
In 1881 werd het Wachttorengenootschap voor het eerst opgericht onder de naam ‘Zion’s watch Tower Society’. In het Nederlands is de officiële naam: Nederlands Wachttoren-, Bijbel- en Tractaatgenootschap. Het hoofdkwartier bevindt zich in Emmen, waar ongeveer 150 Jehovah’s Getuigen met elkaar samenleven. Zij delen allen dezelfde overtuiging en wonen en werken allemaal in hetzelfde complex. Er wordt veel pastoraal werk gedaan en er worden congressen georganiseerd waar wel zevenduizend man bij aanwezig kunnen zijn. Ook ‘De Wachttoren’ wordt in Emmen vormgegeven, dit blad heeft wereldwijd een oplage van 30 miljoen exemplaren.
In 1881 werd het Wachttorengenootschap voor het eerst opgericht onder de naam ‘Zion’s watch Tower Society’. In het Nederlands is de officiële naam: Nederlands Wachttoren-, Bijbel- en Tractaatgenootschap. Het hoofdkwartier bevindt zich in Emmen, waar ongeveer 150 Jehovah’s Getuigen met elkaar samenleven. Zij delen allen dezelfde overtuiging en wonen en werken allemaal in hetzelfde complex. Er wordt veel pastoraal werk gedaan en er worden congressen georganiseerd waar wel zevenduizend man bij aanwezig kunnen zijn. Ook ‘De Wachttoren’ wordt in Emmen vormgegeven, dit blad heeft wereldwijd een oplage van 30 miljoen exemplaren.
Abonneren op:
Posts (Atom)